Portretten van suppoosten
Wie zijn de suppoosten in musea, op tentoonstellingen en in galeries? Vaak hebben ze een doordachte mening over kunst, met name zij die bezoekers vrijwillig ontvangen. Van enkele van hen maakte ik een portret. De portretten staan ook op de site van DeKetelfactory en op Instagram.
Dit is Arthur Reimer, voormalig geoloog en tot op de dag van vandaag hobbyfotograaf.
Arthur: ‘Kunst en wetenschap liggen dicht bij elkaar; ook als wetenschapper moet je buiten de bestaande lijnen kunnen denken. Maar anders dan kunstenaars ‘alleen op hun zolderkamer’, doen wetenschappers ontdekkingen als team en dat gebeurt niet zo vaak. In mijn tijd als geoloog was een majeure doorbraak de continental drift, de ontdekking dat oceanen en landmassa’s ook horizontaal verschuiven.’
‘De werken van de kunstenaars in De Ketelfactory trainen mijn geest, als mens, als fotohobbyist. Neem het werk van de Japanse kunstenares Miho Kajioka, die in De Ketelfactory een tentoonstelling had. Haar werk sloeg bij mij in als een bom. Ze maakt foto’s die vaak leeg zijn, op een hoekje na, waar je dan een vogel ziet. Of het beeld is bewogen, onscherp, vaag. Of de formaten zijn ongewoon smal en lang. Het beeld wat ze fotografeert, is maar een fractie van het totale proces. De artistieke expressie realiseert Kajioka in de donkere kamer. Opgegroeid met de doka van mijn vader herken ik de technieken van ontwikkelen, fixeren, doordrukken, licht tegenhouden met je hand…’
‘De poëtische fotografie van Kajioka is een ommekeer van de waarden die ik ken. Tot ik haar werk zag, fotografeerde ik volgens technische standaarden van scherpte en zichtlijnen, zoals de regel van drie; wat ik zie door de camera, verdeel ik denkbeeldig in 9 vakken en op een snijpunt komen bijvoorbeeld de ogen als ik een portret maak. Dat soort “regels” geeft harmonie, it pleases the eye, leert de ervaring van meer dan 100 jaar fotografie.’
‘Door werk als van Kajioka wijk ik daarvan af, breekt mijn horizon open. Laatst nog liep ik het park in, kijk naar het bladerdek, let op het spel van licht en donker, schiet met mijn camera zomaar in het wilde weg en laat me verrassen wat het oplevert. Ik zal een mooie inspiratiebron gaan missen nu De Ketelfactory gaat stoppen.’
Dit is Loes Couwenberg, docent Engels en Aardrijkskunde.
Loes: ‘Wij groeiden op met de Teleaccursus Openbaar Kunstbezit in de boekenkast, je weet wel; zo’n ringband. Anders dan nu, was dat zo’n beetje de enige manier om met kunst kennis te maken. Daar begon mijn belangstelling voor kunst. Goed kijken leerde ik door mijn vak aardrijkskunde. Goed waarnemen eigenlijk. Waarom is de omgeving zoals die is?’
‘Diezelfde verbazing overkomt mij bij kunst. Kunst is voor mij verstilling in tijd, opgaan in de stilte van een doek, de focus op het nu. We hadden hier in De Ketelfactory Christiaan Kuitwaard en Philip Akkerman. Prachtig vond ik dat. Allebei maken ze verstilde kunst. Neem de portretten die Akkerman maakt. Ik kan in zijn gezichten verdwalen; als in een landschap.’
‘In een uniek handschrift verschilt het werk tussen een kunstenaar en dat van mij als amateur. Hoe komt de kunstenaar tot een eigen handschrift? Dat is wat mij boeit. En dat proces maak je in De Ketelfactory letterlijk mee. Winnie Teschmacher brengt kunstenaars samen, laat ze zelf hun tentoonstelling inrichten, legt hun proces vast in videoportretten en kleine publicaties. Ook wij suppoosten maken onderdeel uit van de tentoonstelling, zo voelt dat. Omdat we bezoekers toelichting kunnen geven, attenderen. Want kijk: zie je dat kunstwerk aan het plafond?’
‘De Ketelfactory geeft een unieke waarde aan kunstenaars en hun werk. Ik ga dit vreselijk missen. Het zou een vervolg moeten krijgen bij musea.’
Op de foto Frans Verkade, voormalig veiligheidskundige.
Frans (1946): ‘Mijn opvoeding en werkende leven stond ver af van kunst. Mijn moeder verzamelde knipsels over kunst weet ik nog, maar voor museumbezoek hadden we geen geld en tijd. Het operatieveld van mijn werk was 40 jaar de Botlek. In mijn beginjaren mocht veiligheid niet veel kosten. Maar veel werk was gevaarlijk; ongelukken en doden tot gevolg. Dat gaf getouwtrek van justitie en opstand van vakbonden. De hele ommekeer naar de Arbowet heb ik intensief meegemaakt. Langzamerhand kreeg kunst een rol in mijn leven; mijn vrouw als aanjager. Nu reizen we vaak af naar musea en tentoonstellingen.’
‘Bij de deuropening van een tentoonstelling blijf ik stilstaan. Ik scan de kunst in de zaal en betrap mezelf erop waar mijn blik blijft hangen. Dat werk spreekt me blijkbaar aan. Maar waarom? Ik loop rechtstreeks naar dat werk en neem de tijd om het werk te lezen; van boven naar beneden, van links naar rechts en recht vooruit. Aan de andere kunst loop ik voorbij. Ik kies, omdat je na een aantal werken niks meer bewust opneemt. Daarom duren onze bezoeken hoogstens een uur en gaan we vaak terug voor het andere werk.’
‘Een kunstwerk dat je aanspreekt, heeft veel met jezelf te maken. Zo ben ik iemand van de snelle verklaringen en oplossingen, maar op het schilderwerk van Ronald Schimmel heb ik geen vat. Dat is wat mij pakt. Kijk je lang genoeg naar het werk van Schimmel, dan gaat het bewegen, met je aan de wandel. Het doet wat met je hersenen. Of kunst mooi is, doet er eigenlijk niet zo toe.’
Mimi Tyssen was haar leven lang psychiater bij de GGZ en in het ziekenhuis.
Mimi: ‘Plekken waar kunst wordt tentoongesteld, laten vaak veel ruimte over voor je verbeelding. Dat vind ik prettig. Dat geldt denk ik ook voor bezoekers van De Ketelfactory. Die kunnen zich in alle rust terugtrekken in de kunst of in de ruimte. Soms heb ik een verassend gesprek met iemand. De een is wat timide, de ander zit op de praatstoel; dat voel ik wel aan. Het is mij allebei goed.’
‘Je hoort hier de stilte. Of je hoort het bewegen van kunstwerken en het geluid van videokunst. Nu hoor je gekabbel van water. Soms hoor ik van ver een sirene. ‘Hoort dit nou bij een kunstwerk?’ vraag ik me dan even af. Maar dan zie ik door het raam de brandweer voorbijrazen. Het is fijn om even in de straat te kijken. Soms gaat de brug omhoog, vaart langzaam een bootje voorbij.’
‘Psychiater blijf ik, maar uit de hectiek van het werk, is De Ketelfactory een verademing voor mij. De stilte is mij nu voldoende. Zijn er geen bezoekers en heb ik de zaal voor mij alleen, dan kan ik heel hongerig zitten lezen. Ik neem artikelen mee of een boek en zet een streep onder zinnen die mij raken.’
“De kunst die ik hier zie, kan mij voeden. Mijn lievelingswerk is dat van Floretta Dijkstra. In haar tekeningen van potlood kan ik me heerlijk verliezen. Kijk deze werkkamers bijvoorbeeld van Rainer Maria Rilke en van Van Gogh. Ook in haar boeken kan Dijkstra mij compleet meenemen in haar gedachtewereld. Daar geniet ik van.’
Dit is Louise Bianchi, beeldend kunstenaar.
Louise: ‘Materiaal vertelt veel, is belangrijk voor mij. Materie wil ik aanraken, horen, ik wil mijn zintuigen gebruiken. Jaren geleden beklom ik vaak bergen, meestal met een vaste maat; klimmen is kunnen vertrouwen op wie bij je is. In de bergen zijn je handen je tweede paar ogen. Is de steen glad, heeft het reliëf of voel ik mos, vind ik op deze steen mijn balans?’
‘De tactiliteit van kunst, het aan kunnen raken, is belangrijker voor mij dan de afbeelding zelf. Zo zijn de abstracte sculpturen die ik maak ruw of juist spiegelglad, ze zijn warm of hebben een geur.’
‘Geweldig vind ik de zoektocht naar verklaringen; een antwoord van de kunstenaar hoeft niet zozeer. Kunst voedt je energie, roept discussie op, geeft een andere dimensie aan de wereld. Kunst is zoiets groots, voor mij is het bijna een primaire levensbehoefte. Je gaat niet dood van tekort aan zonlicht, maar je lichaam reageert daar wel op. Zoiets.’
‘Uit De Ketelfactory herinner ik me een fascinerend kunstwerk van Madelon Hooykaas met de titel ‘Stilte bestaat niet’. Aan een witte muur hangt een walkman, zo eentje uit mijn jeugd. Zet je de koptelefoon op, dan hoor je geen muziek, maar de authentieke analoge stilte van een tape die draait, het geluid van stofjes op het magnetische bandje. Je kunt het geluid en de kunst ervaren, eraan deelnemen. Je hoort wat stilte toen was.’
Hier staat Simone van der Putten, voormalig sportarts voor Nederlandse kampioenschappen over de hele wereld. Ze studeert cultuurwetenschappen.
Simone: ‘De universiteit behandelt cultuur vooral uit het verleden, vanuit een westers perspectief. In De Ketelfactory laten we moderne, hedendaagse kunst zien, op zichzelf staand of met een twist naar het verleden; dat geeft een mooie aanvulling op mijn studie.’
‘Vaak zijn de kunstenaars die Winnie Teschmacher hier uitnodigt, geïnspireerd door niet-westerse landen en culturen. Het fascineert me, wat kunstenaars doen met vreemde begrippen; hoe je kan kijken naar de wereld. Dat is ook míjn inspiratiebron. Mijn Armeense moeder komt uit Indonesië; mijn geboortehuis staat op Aruba; jarenlang vloog ik als sportarts mee met mijn teams de wereld over; mijn man en ik fietsen door Europa en daarbuiten.’
‘Een favoriet land of kunstwerk heb ik niet. Het is voor mij al voldoende om mijn hoofd te voeden met wat ik zie. Laat een kunstwerk vooral voor zichzelf spreken. Neem dit werk van Roosmarijn Pallandt. De lichtval vind ik prachtig. Wat is het. Zie je een regenbui? Zijn het wolken? Bij de werken hangt geen tekst en uitleg. Je mag zelf een draai geven aan de werkelijkheid die je ziet. Zo krijg je concrete binding met kunst.’
Dit is Gert-Wim Hazelaar, voormalig fysiotherapeut in Bazel.
Gert-Wim: ‘In gevestigde musea zie je meestal kunst hangen waarmee je bekend bent. Een Rothko, Rembrandt, deze keer misschien net even anders tentoongesteld en belicht. De kunst in De Ketelfactory is nog onbekend, vernieuwend. Dat kan wennen zijn, voor mij en de bezoekers.’
‘Als kunst onherkenbaar voor je is, dan kun je denk ik twee dingen doen. Of je loopt weg en laat het zitten. Of je kruipt dichtbij en laat je verbazen en verwonderen. Dat avontuurlijke vind ik hier keer op keer.’
‘Vaak maak ik verhalen bij een kunstwerk. In een kunstwerk van Roosmarijn Pallandt dat tot eind juli in De Ketelfactory hangt, zie ik een scène uit de dreigende film Koyaanisqatsi. Daarin zie je vanuit de lucht de straten van New York, met lichtstrepen van verkeer en stoplichten.’
‘De kunst in De Ketelfactory roept verhalen op. Daar vraag ik bezoekers wel eens naar: “En? Wat heeft het u gebracht?'”
Contact